Hoe zorgen we voor genoeg (betaalbare) huizen?

Hoe groot is de woonopgave in Waalwijk eigenlijk?

Ad de Jong: “Als we kijken naar de onderzoeken die we de afgelopen tijd hebben laten doen, zien we dat er in Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik minstens 1.840 extra woningen nodig zijn tot 2030. Dit aantal hebben we nodig om het tekort in te lopen en meteen de groei van huishoudens op te vangen. In de periode van 2025 tot en met 2030 hebben we in onze woningbouwplannen ongeveer 2.400 woningen gepland staan. En dat is dus hard nodig, want veel inwoners zijn hard op zoek naar een woning.”

Plannen zijn mooi, maar er moet ook echt gebouwd worden. Hoe staat het er nu voor?

“Die opmerking hoor ik vaak en eerlijk gezegd ben ik het daar wel mee eens. We hebben zo’n 1.300 woningen in zogenaamde harde plannen. Dit zijn projecten die concreet zijn uitgewerkt, maar waar de bouw nog niet van is gestart. Maar nog belangrijker, op dit moment zijn er daarnaast ongeveer 400 woningen in aanbouw of net opgeleverd. Denk aan projecten als het voormalige Slachthuisterrein in Waalwijk waar zo’n 120 woningen worden gebouwd. Maar ook ruim 150 sociale huurwoningen aan de Kasteellaan in Waalwijk en Molenhoek in Sprang-Capelle van Casade die in aanbouw of net opgeleverd zijn.”

Sociale huurwoningen en betaalbare woningen. Hoe zit dat precies?

Nieuwe woningen toevoegen is één onderdeel van de woningopgave. Een ander onderdeel is de betaalbaarheid van woningen. De Jong legt uit hoe dit in Waalwijk gaat: “Met de regio hebben we afgesproken dat nieuwbouwprojecten in onze gemeente grofweg de volgende verdeling hebben: 30% sociale huur, 40% betaalbare woningen en 30% duurdere woningen. Uit onderzoek blijkt dat deze 30-40-30-verdeling goed past bij de behoefte in onze kernen.” Maar wat is nou een betaalbare woning? “Een betaalbare woning kost in 2026 maximaal 420.000 euro. Dit is landelijk vastgesteld. Betaalbare woningen kunnen ook gehuurd worden. Het gaat dan om middenhuur tussen de 900 en 1.185 euro per maand. Alles wat onder die 900 euro zit, is sociale huur. Alles wat boven de 1.185 euro zit, noemen we vrije sector”, aldus De Jong.

Soms is deze verdeling niet haalbaar bij een project. Wat doet Waalwijk dan?

“Een vereveningsfonds kan hiervoor een uitkomst zijn. Dit is een gemeentelijke pot voor sociale woningbouw. We zijn samen met de gemeente Dongen aan het uitwerken hoe dit fonds er precies uit moet komen te zien. Het idee is als volgt: op sommige locaties is het niet mogelijk om de volledige 30% sociale huur te realiseren, bijvoorbeeld door hoge bouwkosten of technische beperkingen. In plaats van minder sociale huur bouwen, kan een ontwikkelaar een bijdrage storten in het vereveningsfonds. Met dat geld kunnen we op andere plekken in de gemeente juist extra sociale huurwoningen bouwen. Zo houden we grip op het totaal en zorgen we dat we de mensen met de laagste inkomens niet uit het oog verliezen. Uit onderzoek blijkt dat er tot en met 2030 behoefte is aan ruim 600 extra sociale huurwoningen, dus dit fonds kan echt helpen om die ambitie waar te maken”, laat wethouder De Jong weten.

Betekent meer bouwen dat we er zijn? Of wordt er nog meer gedaan?

Bouwen alleen gaat niet snel genoeg. Er zijn meer mogelijkheden om extra woningen te realiseren. Ad de Jong: “Alleen focussen op nieuwbouw is niet genoeg. Er liggen ook kansen in de woningen die er al staan. Het is belangrijk dat we de bestaande woningvoorraad slimmer gebruiken. We kunnen extra woningen toevoegen of ruimte beter benutten, zonder dat er meteen een heel nieuwbouwplan nodig is. Denk aan woningsplitsing, tijdelijke extra woningen voor familie of mantelzorg en hospitaverhuur. Ik maak het zelf ook van dichtbij mee. Mijn zoon is klaar met zijn studie en kan niet aan een huis komen. Zo’n tijdelijke extra woning zou voor sommige jongeren dan een mooie uitkomst zijn.”